22 juni 2020

Sancerre Clos de Beaujeu 2018, Gérard Boulay

Sauvignon is een druif die je net als Chardonnay bijna overal ter wereld kan vinden. Als het klimaat niet al te warm is kun je gemakkelijk een frisse, aromatische, lekkere witte wijn maken met heel herkenbare profiel van de Sauvignon druif. Je kunt spelen met het plukmoment (vroeger voor ‘grassy’ toetsen, later voor rijper fruit), gistsoorten, contact met de schil (macération pelliculaire voor wat passievrucht), een vleugje hout, …   Goede Sauvignon maken is niet zo moeilijk maar grote Sauvignon maken is een heel ander paar mouwen.

Zoals bij alle grote wijnen gemaakt als ‘monocépages’ (wijnen van één druif) ben je eigenlijk al fout bezig als je streeft naar de best mogelijke expressie van een bepaalde druif. De druif is slechts het instrument, het middel om een doel te bereiken. Hoe beter het instrument, hoe gemakkelijker dat je tot een prachtig resultaat komt, maar het is niet de essentie. Aubert de Villaine maakt geen Pinot Noir maar Romanée-Conti, Chave maakt geen Syrah maar Hermitage, Egon Müller maakt geen Riesling maar Scharzhofberg. Er bestaan een aantal magische plekken ter wereld waar, om redenen die slechts ten dele te verklaren zijn, een waanzinnig kwaliteitspotentieel schuilt. Je hebt dan nog altijd een wijnbouwer nodig die de juiste sleutel heeft om de schatkamer te openen maar de schatten liggen er te rapen.

Voor Sauvignon liggen enkele van die magische plekken in Sancerre en meer bepaald in het dorpje Chavignol. De steile hellingen van ‘Les Monts-Damnés’ en ‘le Cul de Beaujeu’ zijn onmiskenbaar de twee (onofficiële) Grand Crus van Chavignol (gekend ook voor de lekkere geitenkaas ‘Crottin de Chavignol’). In het naburige gehuchtje Amigny ligt een derde topklasse terroir : La Côte (of La Grande Côte).   Deze drie crus delen niet alleen een zuidelijke expositie en een steile helling maar vooral een zelfde type bodem : Marnes Kimméridgiennes (lokaal ook Terres Blanches genaamd). In Sancerre vind je drie bodemtypes :  Silex, Caillottes (kleine kalksteentjes, voornamelijk uit de geologische Oxfordien periode) en Terres Blanches (kalk uit de Kimméridgien periode). Die Kimméridgien kalk kennen we vooral van de beste wijngaarden uit Chablis (ligt niet zo ver van Sancerre).   Vele miljoenen jaar geleden (tijdens de Kimméridgien periode) was het daar een zee met eindeloos veel kleine oestertjes in de vorm van een komma (Exogyra Virgula). De ‘Terres Blanches’ kalk zit vol met fossielen van die weekdiertjes.

Of Gérard Boulay technisch gezien een briljante wijnmaker is weten we niet. Als we hem als een soort ‘flying winemaker’ zouden droppen op een groot domein in Nieuw-Zeeland en hem een lading druiven zouden voorschotelen dan zal zijn resultaat misschien niet beter zijn dan dat van een goed geschoolde oenoloog. Maar in het dorpje Chavignol heeft hij wel de sleutel om de magie van zijn drie grote terroirs te ontsluiten. Hij kent dan ook elke steen en elke wijnstok op de hellingen die zijn ouders en voorouders al sinds 1380 (!!) bewerken.  

De stijl van Boulay sluit aan bij die van twee andere grootmeesters met wijngaarden in Chavignol :   Cotat (vooral François) en Clos La Néore (Anne Vatan, vrouw van Nady Foucault van Clos Rougeard faam). Grote terroirs, veel werk in de wijngaard, beperkte rendementen, rijp geplukt, eenvoudige vinificatie, veroudering op oude vaten. Wijnen die niet naar Sauvignon proeven maar wel een reflectie zijn van hun unieke kalkbodem. En of je nu Sauvignon of Chardonnay als instrument gebruikt, het is vooral de Kimméridgien kalk die schittert. Als de magie werkt dan komt een grote ‘Monts Damnés’ verrassend dicht bij een grote Chablis. Dan versta je de commentaar van Jancis Robinson : “The Boulay style is a world away from the regular refreshing but forgettable norm … it should really be compared with a white Burgundy in terms of its rewards and complexity.” En zoals een goede Chablis kunnen ook de wijnen van Boulay (net als die van Cotat of Clos La Néore) prachtig rijpen.

‘Le Cul de Beaujeu’ is een heel steile helling die al sinds de middeleeuwen gekend is als een van de allerbeste wijngaarden. Het beste stukje was de zogenaamde ‘Clos de Beaujeu’ . De muren zijn ondertussen verdwenen maar het perceel van Boulay ligt binnen de oorspronkelijke Clos. Vergeet Sauvignon, vergeet Sancerre. Laat je verblinden door het witte licht van de Terres Blanches, duik in een zee vol kleine oesters, proef de magie van een grote terroir !

Wijn in de kijker:

Schrijf u in op onze nieuwsbrief