Saint Joseph Cap Nord 2015, Domaine Combier
Het Walhalla van de Syrah druif vind je in een lange, smalle strook die zich uitstrekt van Vienne tot Valence. Dat is de noordelijke Rhône waar je in rood uitsluitend Syrah aantreft terwijl in de zuidelijke Rhône de Grenache domineert (meestal in een zogenaamde G.S.M. blend : véél Grenache aangevuld met wat Syrah en Mourvèdre). En hoewel het met de auto maar een goed uurtje rijden is van Valence tot Orange, toch is het klimatologisch al een wereld van verschil. Daar waar Syrah in de noordelijke Rhône mooi rijp wordt rond 13 % vol (tussen 12.5 % vol en 13.5 % vol afhankelijk van de jaren) klimt die rijpheid vlotjes naar 14.5 % in de zuidelijke Rhône. En hoewel pure Syrah aan 15% vol. ook wel eens lekker kan zijn ( Barossa Valley Shiraz uit Australië bvb) moeten we toegeven dat Grenache veel beter tegen de hitte kan en dan ook veel beter gecast is als hoofdrolspeler in het zuiden.
Waar de zuidelijke Rhône cultureel eerder aansluit bij de Provence en de Middellandse Zee voel je dat de beste wijnbouwers uit de noordelijke Rhône eerder een affiniteit cultiveren met de Bourgogne. Beiden werken met één druif (monocépage) en zoeken daarin de eindeloze variaties van terroir expressie. Als je bvb gedetailleerde kaarten van Côte Rôtie of Hermitage bekijkt zie je net als in Bourgogne ontelbare kleine ‘climats’ die elk een eigen naam dragen. Anders dan in Bourgogne is men er (nog) niet toe gekomen om een hiërarchie of classificatie (premier cru, grand cru) op te stellen. Ook de doorgedreven focus op finesse, frisheid en mineraliteit kunnen we gerust Bourgondisch noemen.
Laurent Combier heeft zo zijn eigen stijl van Syrah. Elegant maar wel met sappig fruit en heel gepolijste tannines. Een bijzonder verleidelijke stijl en daar is absoluut niets mis mee. Dat heeft met keuzes in de kelder te maken (volledig ontsteeld, zachte extractie, recente vaten) maar toch ook veel met de redelijk unieke terroir. In de noordelijke Rhône domineert graniet met uitzondering van Côte Rôtie (micaschistes, gneiss). Kalk is eerder zeldzaam (kleine stukjes van Saint Joseph, Cornas en Saint Péray). Het grootste deel van de wijngaarden van Combier ligt op het zogenaamde ‘Plateau des Chassis’ : een grote vlakte bezaaid met ronde keien (veel kleinere ‘galets roulés’ wel dan in Châteauneuf du Pape). In de ondergrond zit er wat klei en kalk. Het extra beetje warmte dat in de keien opgeslagen wordt overdag en ’s nachts terug afgegeven wordt zorgt voor een supplement aan rijpheid in fruit en tannnines. De kalk staat zoals altijd garant voor finesse. Zo krijg je een bijzonder lekkere, smakelijke Crozes Hermitage stijl. Al tientallen jaren bio, lang voor het modieus was. Als je dat dan nog eens combineert met meer dan 60 jaar oude wijnstokken en omwikkelt in een fijngeknoopt jasje van luxueuze eik dan krijg je de somptueuze diepte van de Clos des Grives. Laat die wijn 10 jaar rijpen in uw kelder en dan moet je met de beste exemplaren uit Hermitage afkomen om het smaakgenot te evenaren.
Indien u zich zou afvragen wat de Combier stijl zou geven op een klassiekere granietbodem , op een ‘coteau’ van Saint Joseph bvb. dan is er de Saint Joseph Cap Nord voor u. De wijngaard ligt in het dorpje Tournon dat deel uitmaakt van de oorspronkelijke zes dorpen ( Tournon, Mauves, Saint Jean de Muzols, Vion, Lemps, Glun) die de zogenaamde ‘Saint Joseph historique’ vormen. Later werd de AOC met niet minder dan 20 dorpen uitgebreid, vooral naar het noorden toe. Er is absoluut niets mis met de beste hellingen in de meer noordelijke dorpen (zoals de Saint Joseph van François Villard) maar het valt niet te ontkennen dat de allerbeste cuvées toch uit de ‘Saint Joseph historique’ komen. In de middeleeuwen sprak men al even lovend over ‘les vins de Mauves’ als over ‘les vins de l’Ermitage’. En die steile hellingen met smalle terrassen in de dorpjes Mauves en Tournon zorgen voor een onevenaarbare diepte en complexiteit. Laurent Combier bezit een piepklein perceeltje in Tournon op graniet met een noordoostelijke expositie. Ideaal dus in de rijpe, warme jaren zoals 2015. Kleine rendementen (30 hl/ha), perfect rijp geplukt (13 % vol), volledig ontsteeld en gezien de kleine volumes gevinifieerd in kleine bakken. De schilletjes worden gewoon af en toe eens ondergedompeld met een inox stamper (manuele pigeage) voor een zo zacht mogelijke extractie. Dan gaat de wijn op vaten van vier jaar oud die geen houtsmaak meer afgeven maar wel wat lucht toelaten (die Syrah als reductieve druif nodig heeft). Het loepzuivere fruit en de gepolijste tannines komen van de ‘Combier touch’ maar onderhuids klopt het minerale hart van de uiterst stenige granietbodem in de ‘Saint Joseph historique’. Een Syrah zoals je die nergens anders dan in de noordelijke Rhône kan vinden.” Souvent imité, jamais égalé”.