25 november 2020

PROEFPAKKET CLASSICS & ORIGINALS

CLASSICS & ORIGINALS

Nuits Saint Georges Au Bas de Combe 2018, A. Chopin (45 €)

De Côte de Nuits is het mekka van de Pinot Noir druif. Dorpen zoals Vosne-Romanée of Chambolle Musigny doen het hart van de Bourgogne liefhebber sneller slaan. Wijnfanaten wandelen, fietsen of rijden op de Route des Grands Crus om zich te vergapen aan beroemde namen zoals Chambertin, Musigny of Romanée-Conti. Namen die onbetaalbaar geworden zijn. Maar ook de Premier Crus of de ‘Villages’ kunnen ons in vervoering brengen. In de handen van goede wijnmakers tenminste : een slechte wijnboer slaagt er in om de nobelste terroir te verbrodden terwijl een topwijnboer van een bescheiden terroir toch een mooie wijn kan maken. Twee namen blijven een klein beetje in de schaduw staan : Morey-Saint-Denis en Nuits Saint Georges. Beiden hebben ze de reputatie van soms wat rustiekere wijnen te geven. Maar clichés en vooroordelen kloppen niet altijd en de waarheid is veel genuanceerder. Alles in de Bourgogne, niet alleen de wijnen, is complex. De subtiele verschillen, de eindeloze nuances, maken dit het paradijs voor de ‘wine geek’.

Nuits Saint Georges strekt zich uit over twee dorpen : Nuits Saint Georges en Premeaux-Prissey. Je moet eigenlijk al een verschil maken tussen de noordelijke kant richting Vosne-Romanée die naar de finesse van deze illustere buur neigt, en de zuidelijke kant richting Comblanchien met de krachtige bewaarwijnen die Nuits Saint Georges zijn reputatie bezorgd hebben. Maar zelfs deze opdeling is een grove vereenvoudiging. Helemaal ten zuiden bvb heb je een sector met Premier Crus als Clos de l’Arlot en Clos de la Maréchale die fijne wijnen geeft. Het is eerder het middenstuk met Premier Crus zoals Les Saint Georges en Vaucrains waar de krachtige, massieve Nuits Saint Georges wijnen vandaan komen. En zelfs dat is niet helemaal juist want in het midden, net naast Les Saint Georges ligt de Premier Cru Les Cailles die bijzonder elegante wijnen voortbrengt. Only in Burgundy … !

Au Bas De Combe is een ‘lieu-dit’ gelegen juist naast de Vosne-Romanée 1°Cru Les Chaumes. Niet geklasseerd als Premier Cru (Les Boudots er net boven wel) maar gekend als éen van de beste wijngaarden op ‘villages’ niveau. De broers Chopin maken een prachtexemplaar met een elegantie die slechts overtroffen wordt door hun Premier Cru Les Damodes (die net boven Les Boudots ligt, ook op de grens met Vosne). In 2018 toch want in 2019 komt er een perceeltje bij met een overtreffende trap van finesse : Vougeot 1°Cru Les Petits Vougeots (onder Musigny en naast Les Amoureuses). Chopin : een naam om te onthouden, even meesterlijk in wijn als in muziek !

Châteauneuf du Pape 2016, Domaine de la Janasse (37 €)

Christophe Sabon combineert wijnmaaktalent met doorzicht en intelligentie. We zaten samen op de schoolbanken in de Lycée Viticole de Mâcon-Davayé en zelfs toen al wist ik dat het ooit een grote wijnmaker zou worden. Hij heeft altijd al een hele klare kijk gehad op de wijnwereld en vooral een open geest. Bovendien is hij een heel goede en ervaren proever; iets wat eigenaardig genoeg niet van zoveel wijnbouwers kan gezegd worden. Nog steeds proeven veel wijnboeren alleen hun eigen wijn en met wat geluk die van de buren of die van de streek. Ze kennen dan ook weinig af van andere gebieden, laat staan van andere landen. Het is het ook geen ‘conditio sine qua non’ om goede wijnen te maken. Zoals je kunstenaars hebt die los van alle stromingen en volledig geïsoleerd op een schitterende manier ‘hun ding’ doen, zo bestaan er ook wijnbouwers die op een heel eigenzinnige wijze timmeren aan een eigen wijnstijl. Of wijnboeren die met brio verder zetten wat hun vader vòòr hen deed en wat traditioneel gangbaar was. De ervaring leert ons echter dat dat eerder uitzonderingen zijn en dat de beste wijnmakers heel vaak een rijke wijncultuur (en een rijke cultuur ‘tout court’) bezitten. Ze voelen heel goed aan, door studie of door intuïtie, wat er leeft in de wijnwereld. De gevaarlijke keerzijde hiervan is dat sommige wijnbouwers zich bijna te gemakkelijk kunnen inleven in de verschillende trends en zich laten meeslepen op de golven van de modegrillen. Christophe Sabon heeft over de jaren heen zijn eigen visie ontwikkeld en blijft daaraan trouw. Niet blindelings of dogmatisch evenwel. Hij blijft verder bijschaven en polijsten, als een briljant die door extra facetten nog meer gaat schitteren. De moeilijke maar magische symbiose van kracht en elegantie, van concentratie en finesse streeft hij na in al zijn wijnen. In het topjaar 2016 schittert de Châteauneuf du Pape door zijn prachtig evenwicht.

Emilien 2018, Le Puy (31 €)

“Plus pur que de l’eau” is de titel van het autobiografische boek van Jean-Pierre Amoreau van Ch. Le Puy. Het is zijn streefdoel en zijn levenswerk : zo zuiver mogelijke wijn maken. Wijn bestaat trouwens vooral uit water (gemiddeld iets van een 85%) en alcohol (bvb 13 % van het volume). Kan wijn zuiverder dan water zijn ? Als je met zuiver gezond bedoeld dan was het vroeger wel zo dat in tijden van besmet water het beter was om wijn (of bier) te drinken dan water. Vandaar ook de uitspraak van Louis Pasteur : “ le vin de France aliment, c'est-à-dire le vin naturel, peut être, à bon droit, considéré comme la plus saine, la plus hygiénique des boissons” (een nog mooiere quote van Pasteur : “Il y a plus de philosophie dans une bouteille de vin que dans tous les livres”).

Alles start natuurlijk in de wijngaard. “We hebben één iemand in de kelder en twintig man in de wijngaarden” vertellen vader en zoon Amoreau graag om het belang van de viticultuur te onderstrepen.   Met man en paard : vier paarden zijn actief op het domein om de gronden zo zacht mogelijk te cultiveren. Zonder chemische sproeimiddelen ook. Wel met zwavel en koper zoals toegelaten in de biologische landbouw. Zwavel werd al door de Romeinen gebruikt tegen schimmels. Koper vooral sinds de 19de eeuw (meestal met de befaamde Bordeauxse pap : een mengeling van kopersulfaat en gebluste kalk). Veelvuldig gebruik van koper (een zwaar metaal) is natuurlijk ook niet onschuldig en blijft een bron van frustratie voor de oprechte biologische boer die jammer genoeg niet zonder kan. Je kunt de natuur zijn werk laten doen maar de wijnstok is een liaan die zich voor zijn overleving geen zorgen hoeft te maken over de wensen van de mens om gezonde druiven te plukken. Vooral na de tweede wereldoorlog kwam een explosie in het gebruik van kunstmeststoffen (nitraten,…) en synthetische pesticides (oa de notoire DDT, later verboden). Bij Château Le Puy werden deze (redelijke dure) producten nooit gebruikt. Door zijn vader uit gierigheid (geeft Jean-Pierre Amoreau eerlijk toe) en uit principe door hemzelf. ‘400 ans sans produits de synthèse’ verklaart Jean-Pierre trots. Want ja, de familie Amoreau is al sinds 1610 met wijnbouw bezig. Zoon Pascal is nu de 14de generatie.

Ook in de kelder gebeurt alles zo eenvoudig, zo zacht en zo natuurlijk mogelijk. Volledig onsteeld wel maar niet gekneusd en dus met een hoog percentage intacte druivenbolletjes. Eenmaal de gisting natuurlijk op gang komt worden de druiven/schilletjes in het sap vastgehouden door een soort houten traliewerk. Er komen geen overpompingen aan te pas en geen temperatuurcontrole. ‘Une infusion’ noemen ze dit om duidelijk te maken dat het om een uiterst zacht, natuurlijk proces gaat dat uiteindelijk voor zijdezachte tannines zal zorgen. Dan rijpt de cuvée Emilien 24 maand op héél oude 5000 liter vaten om finaal zonder klaring en filtering gebotteld te worden. Pas op dit moment zal een heel klein beetje sulfiet worden toegevoegd ter bescherming. Het resultaat is een unieke stijl van Bordeaux gestoeld op finesse en frisheid. In het warme jaar 2018 toont de wijn zich voller en ronder maar zonder ooit de unieke elegantie en fraîcheur te verliezen.

Morgon Cuvée Marcel Lapierre 2019, Lapierre (29.90 €)

Marcel Lapierre was als discipel van de legendarische Jules Chauvet één van de pioniers binnen de ‘natuurlijke wijnen’ beweging. Lang voordat het modieus was bracht hij wijnen ‘zonder toegevoegde sulfiet’ uit. Toch heeft hij nooit zijn wil opgedrongen aan zijn klanten. Bij de Morgon wordt tot net voor de botteling geen sulfiet toegevoegd (niet bij de vinificatie noch de élevage) maar dan splitst hij de wijn op in twee cuvées : ‘nature’ en ‘ légèrement sulfité’. Wij kiezen de lichtjes gesulfiteerde versie omdat we de stabiliteit verkiezen (wat minder explosief in het begin maar blijvend mooi fruit over de jaren en géén verrassingen). Biodynamische cultuur in de wijngaard, gebruik van autochtone gistsoorten,weinig of geen sulfiet ; alles is gericht op natuurzuiver fruit. De schitterende terroir van heel arme granietgrond zorgt voor beperkte opbrengsten. Weinig wijnen schenken zoveel puur drinkplezier als een Morgon van topkwaliteit. Deze wijn proeft als een ‘coulis’ van rood fruit. ‘Fraise écrasée’ (geplette aardbei) is een aroma dat uitgevonden lijkt om de Morgon van Lapierre te benoemen. De kinderen Matthieu en Camille zetten het werk van hun vader met brio verder. De topcuvée van het domein van bijna 100 jaar oude wijnstokken op de topterroirs Côte du Py en Le Douby vergroot de intensiteit en diepte van het fruit zonder ook maar een moment aan smakelijkheid te verliezen. De kwintessentie van de Morgon Lapierre. Een icoon.

 

Brunello di Montalcino 2012, Canalicchio di Sopra (45 €)

Brunello di Montalcino moet minimum twee jaar op vat liggen. Voor de meeste (middelmatige) Brunello’s is dat al voldoende want als je niet veel fruit of concentratie op overschot hebt kan de wijn al snel gaan uitdrogen. In de ‘moderne school’ probeert men het gemis aan materie vaak te maskeren door maquillage met nieuwe barriques (of de verboden toevoeging van internationale druivensoorten). Geef ons dan liever een lekkere, eerlijke Chianti dan dat soort gekunstelde en geforceerde Brunello’s. Zeer goede Sangiovese daarentegen heeft deugd van een lange, trage evolutie op grote houten vaten. De traditionele school van Brunello kiest dan ook de typische ‘botti ‘van Slavonische (heel kwalitatief bos in Kroatië) eik om de wijnen drie tot vier jaar te laten rijpen. Je moet dan wel aan de start over een krachtige brok wijn beschikken om vervolgens de tijd langzaam zijn sculpterende werk te laten doen.

De wijngaarden van Canalicchio di Sopra liggen op twee schitterende plaatsen ten noorden van de stad Montalcino :   Canalicchio (en dan nog enkel het bovenste of ‘di sopra’ stuk) en de befaamde heuvel ‘Le Gode di Montesoli’.   Het koelere microklimaat (350 meter hoogte) zorgt voor prachtige zuren die spanning en reliëf geven aan het intense fruit. Fruit dat naar gelang de ouderdom van de wijnstokken en de concentratie bestemd is voor Rosso di Montalcino, Brunello of Brunello Riserva (enkel in de beste jaren). Francesco Ripaccioli behoort tot die nieuwe generatie die genoeg intelligentie en zelfvertrouwen heeft om zich niet te willen bewijzen door alles anders te doen dan de vorige generatie. Verbeteren en verfijnen wil hij wel maar niet door alle (goede) tradities overboord te gooien. Meer aandacht, meer precisie, de juiste investeringen in wijngaard en kelder (niet in nieuwe barriques !) en bovenal selecteren en nog eens selecteren …     Selectie van het fruit in de wijngaard en nog eens in de kelder. Maar ook een draconische selectie van enkel het beste materiaal voor de Brunello. Kracht gecombineerd met frisheid en diepte. Laat de wijn een uurtje of twee ademen in een open karaf en schenk bij rijke, smaakvolle vleesgerechten.

Barolo Castiglione 2016, Vietti   (49.90 €)

De dagen worden korter en kouder, de bladeren aan de bomen kleuren rood en bruin: de herfst is in het land. Spontaan grijp je dan ook naar andere wijnen dan in de lente of de zomer. Jeugdige, frisse,lichtvoetige wijnen maken plaats voor zwaardere en meer belegen wijnen. Als je in een bos wandelt en je woelt de natte bladeren om dan ruik je zo het boeket van vele oude wijnen. Een beetje verder tref je bospaddestoelen aan en denk je aan flessen die daar mooi kunnen bij passen. En enkele bosbewoners met pels of pluimen versterken die spontane associaties nog meer … Bij wild denkt men klassiek aan een oude Bourgogne en dat is absoluut geen foute combinatie, zeker als je voor pluimwild opteert. Pelswild vraagt meestal een krachtigere wijn en persoonlijk hou ik veel van de harmonie met noordelijke Rhône wijnen. Een gerijpte Saint Joseph van topkwaliteit toont een Syrah met discrete wildgeuren, complexiteit en elegantie gekoppeld aan kracht en diepte. Als je echter nog echt ‘wild’ wild kan vinden en wat nobele champignons dan gaat de keuze naar de koning onder de wildwijnen : de Barolo. Niet voor niets is Alba ook het mekka van de ‘tartufo bianco’.

 

Bij Vietti worden enkele uitzonderlijke Barolowijngaarden bijna ieder jaar als ‘single vineyard’ gebracht : Rocche, Brunate, Lazzarito, Ravera. De andere Barolo wijngaarden gaan in de Barolo Castiglione of verdwijnen in de uitstekende Nebbiolo Perbacco. De componenten van de Barolo Castiglione kun je bezwaarlijk tweederangs noemen aangezien andere wijnbouwers ze wel als ‘cru’ brengen : Bricco Fiasco, Ravera, Fossati,Ginestra, Mosconi, Le Coste, …   Door een assemblage te maken van deze topterroirs met zeer goede maar minder karaktervolle stukken komt men tot een meesterlijk evenwicht. Over de jaren heen werd de kwaliteit van de Barolo Castiglione beter en beter door een strenge selectie waarbij alle meer toegankelijke loten (vaak van jongere wijnstokken) werden overgeheveld naar de Nebbiolo Perbacco.   Maar die werd op zijn beurt dan zo goed dat voor minder dan de helft van de prijs (19.90 € !) ons advies naar de klanten toe heel simpel luidde : koop Perbacco ! In het topjaar 2016 ligt de kwaliteit van de Barolo Castiglione echter zo hoog dat we u deze smaakervaring zeker niet willen onthouden. Waarschijnlijk is dit de beste editie ooit van de Castiglione. Als u ons niet gelooft luister dan naar de Piemonte expert Antonio Galloni : “The 2016 Barolo Castiglione is a dazzling wine that will show readers just how compelling this vintage is. All I can say is: What a wine ! “

Vina Ardanza 2010 Seleccion Especial, La Rioja Alta (31.90 €)

In de Rioja streek is er een hernieuwde interesse voor die paar huizen die trouw gebleven zijn aan een traditionele stijl in de beste zin van het woord.   Niet de opportunisten die dachten dat als ze een dunne wijn jaren op Amerikaanse eik staken en dan een netje rond de fles deden, er dan plots iets zou verschijnen dat op een echte Gran Reserva zou lijken. Goede traditionele Rioja zoals goede moderne Rioja vertrekt van verzorgde wijngaarden op een uitstekende terroir. Kleine opbrengsten, manuele pluk, selectie. Ook de vinificatie is niet echt verschillend. Het verschil zit hem vooral in de opvoeding van de wijnen. Maar hier moeten we opletten : nogal gemakkelijk ziet men de moderne stijl als een kortere opvoeding op eiken vaten (en soms meer Franse dan Amerikaanse eik) zodat het fruit meer naar voor komt. Grotendeels juist, maar dat lijkt te impliceren dat de traditionele stijl met jarenlange vatrijpingen dan om hout zou draaien. Maar bij de goede traditionalisten is hout helemaal géén doel maar wel een middel. Een middel om de wijn, het fruit, de tannines, OP TE VOEDEN ; beschaafder te maken, te polijsten. Daarom gebeurt de opvoeding grotendeels op gebruikte vaten : een slechte tactiek als houtsmaak je doel zou zijn. Tijdens de opvoeding van de Rioja Reserva Ardanza (drie jaar op vat), de Gran Reserva 904 (vier jaar) of de Gran Reserva 890 (6 jaar) worden de wijnen handmatig ELKE ZES MAAND overgestoken van vat tot vat. En daarbij schuwt men het contact met de lucht niet. Het doel is niet alleen de wijn op een zachte manier uit te zuiveren maar ook en vooral de wijn en zeker de tannines te polijsten. Langzaam maar zeker krijgt de wijn een prachtig patina, zoals een antieke eiken kast die ontelbare keren met bijenwas werd ingewreven. Het regelmatige contact met de lucht verslijt de wijn niet maar lijkt, paradoxaal genoeg, de wijnen weerbaarder te maken tijdens de veroudering op fles. Een beetje in de trend van “what doesn’t kill you makes you stronger”.   De beste traditionele Rioja’s verouderen schitterend op fles, vaak véél beter dan de krachtigste fruitbommen in een moderne stijl. Traditie betekent evenwel niet stilstaan. De essentie, de ziel moet blijven maar details mogen aangepast worden. La Rioja Alta is geen museum. De druiven worden met koelwagens van de wijngaard naar de kelder gebracht. De opvoeding gebeurt zoals 50 of 100 jaar geleden maar de kelder is ultraproper en modern uitgerust. In de Reserva Ardanza zit naast Tempranillo uit de Rioja Alta streek ook sinds kort 20% van een schitterende Garnacha wijngaard in de Rioja Baja streek. Deze La Pedriza wijngaard, op 550 meter hoogte, is bezaaid met grote keien zoals in Châteauneuf du Pape. Het warme, rijpe fruit van deze prachtige Grenache geeft de Reserva Ardanza net dat tikkeltje extra zachtheid, volheid en rijpheid.   Evolutie, géén revolutie, is de leuze bij La Rioja Alta. In 2010, één van de beste Rioja jaren ooit, werd de Ardanza als Seleccion Especial bestempeld (vroeger noemde dit Reserva Especial). En dat is nog maar de vierde keer in de bijna 80 jarige geschiedenis van deze cuvée (de andere waren 1964, 1973, 2001). Mis deze editie niet !

 

Geyserville 2018 Alexander Valley, Ridge Vineyards (45 €)

Als je spreekt over de icoonwijn van Ridge Vineyards zullen velen onmiddellijk denken aan de befaamde ‘Bordeaux blend’ MONTE BELLO. Dat is inderdaad een monument van een wijn die ongelofelijk kan verouderen en naast de grootste Bordeaux mag staan qua complexiteit en finesse. Maar volgens ons is er een andere wijn van Ridge die echt de ziel van Californië weergeeft. Een wijn die recht uit de tijd van de pioniers lijkt te komen toen vooral Italiaanse families met wijnbouw begonnen in de jaren 1880. Met vooral Zinfandel aangevuld met wat andere druivensoorten. Het hart van de Geyserville is de zogenaamde ‘Whitton Ranch Vineyard’ : één van de Californische ‘historic vineyards’ (www.historicvineyardsociety.org) .   Het ‘Old Patch’ gedeelte is geplant in 1882 (130 jaar oude wijnstokken !!) en het Carignan gedeelte in 1891. ‘Old Patch’ is een mengelmoes van maar liefst 28 druivensoorten met overwegen Zinfandel, Petite Sirah en Carignan.   Bij Ridge zijn ze zo onder de indruk van die mengeling van druiven die samen geplukt worden (field blend) dat ze bij de heraanplanting van een stuk van de Geyserville wijngaard opteerden voor een ‘New Patch’ (55% Zinfandel, 14% Petite Sirah, 14% Carignan, 17% diverse).   Bij Ridge maken ze al Geyserville sinds 1966 en géén enkele Zinfandel heeft zo een indrukwekkende ‘track record’ voor veroudering.   De beste Zinfandel wijnen kunnen moeiteloos een jaar of tien hun fruit en kwaliteit behouden maar zijn jong al zo verleidelijk dat je er absoluut niet hoeft op te wachten. Geyserville daarentegen is niet alleen in zijn jeugd prachtig maar ook na 10 of 20 jaar. De terroir speelt ongetwijfeld een rol maar vooral het relatief hoge percentage (rond de 20%) Carignan van 120 jaar oude wijnstokken versterkt de natuurlijke fraîcheur terwijl de Petite Sirah voor de onderliggende structuur zorgt.   Maar Geyserville ademt bovenal iets mysterieus en ongetemd uit. Iets uit de tijd van de pioniers toen alles nog mogelijk leek. Van Sonoma Valley toen tot Silicon Valley nu, Californië (en bij uitbreiding de VS) blijft nog altijd het ‘Land of Possibilities’.

 

Hommage à Gisele Bonhomme 2017 Viré-Clessé, André Bonhomme (45 €)

Viré-Clessé is een samensmelting van Mâcon-Viré en Mâcon-Clessé en combineert het beste van deze twee topdorpen.   De mooie hellingen met prachtige kalkbodems zorgen voor wijnen met intensiteit en een goede onderliggende mineraliteit. Maar wat de beste Viré-Clessé wijnen vooral kenmerkt is een zeer smakelijke en fluwelige textuur. Héél bijzonder ook is de aanwezigheid van botrytis : door de nabijheid van de rivier de Saône krijg je ’s ochtends een mist in de wijngaarden die net voldoende vochtigheid geeft voor de ontwikkeling van ‘pourriture noble’. Sommige wijnbouwers wachten bewust tot de druiven goed aangetast zijn door botrytis om zogenaamde ‘levrouté’ (druiven met de kleur van hazenpels) wijnen te maken die wat zoet smaken.   Deze oude traditie werd héél recent in een wettelijk kader gegoten. Men maakt nu het onderscheid tussen gewoon droge Viré Clessé (tot 3 g/l restsuikers), Demi-Sec (4-8 g/l restsuikers) en Levrouté (8-18 g/l restsuikers). Daarnaast worden in uitzonderlijke jaren ook echt likoreuze wijnen gemaakt met soms méér dan 100 g/l restsuikers. Bij André Bonhomme kiest men er voor om echt droge wijnen te maken (en uitzonderlijk een liquoreux) maar dan wel met een natuurlijke rijkheid en rijpheid die het volle potentieel van Viré-Clessé benut.   De jonge generatie kan de erfenis van héél oude wijnstokken op de beste terroirs gebruiken om prachtige textuurwijnen te maken. De Cuvée Spéciale (50% inox,50% gebruikte vaten) is al van 45-75 jaar oude wijnstokken terwijl de Vieilles Vignes (20 maand op gebruikte vaten) van 70-95 jaar oude wijnstokken komt !   Enkele parcellaire cuvées gaan naar de 100 jaar. Met de nieuwe generatie kwam er géén kelderrevolutie. Aurélien maakt integendeel witte Bourgogne wars van alle modes. Tegenwoordig is de nieuwe stijl juist vroeger geplukt voor méér frisheid en mineraliteit (salinité of ziltheid is het nieuwe toverwoord) en minder lang op vaten verouderd.   Dat kan absoluut mooie wijnen geven maar tegelijk mag er toch ook nog altijd plaats zijn voor een weelderige stijl van witte Bourgogne. De reden waarom mensen vroeger een Meursault kozen in plaats van een meer minerale Puligny Montrachet was omdat net omdat ze die deugddoende rijkheid zochten, bvb bij rijke, romige sausen. En als de terugkeer van de goede traditionele keuken zich blijft doorzetten dan is er opnieuw plaats voor wat men wel eens ‘gourmand wines’ noemt. Géén ‘sap van keien’ maar wel smaakbommen met een zalige textuur. Maar zonder het gratuite vet en verse eik van sommige excessen van vroeger. Wel met een grote natuurlijke concentratie en ‘old vine intensity’ en een lange, trage, voedende élevage op eiken vaten. Biologische cultuur, alles met de hand geplukt op volle rijpheid (13.5 % vol), traag geperst, wilde gisten, twee jaar op (grotendeels gebruikte) vaten.   Koppel dat aan een selectie van de allerbeste ‘climats’ in Viré Clessé beplant met 90-100 jaar oude wijnstokken en je krijgt de Hommage à Giselle Bonhomme. Een kwintessentie van Viré-Clessé.

Abtsberg GG 2019, Maximin Grünhaus   (36.50 €)

Als je in Riesling de unieke combinatie van lichtvoetigheid en intensiteit zoekt, met de elegantie van een ragfijn kantwerkje, bronwaterfris en kristalzuiver, dan moet je op de koelste plekken gaan zoeken. De Mosel of Nahe streek eventueel maar zelfs nog ietsje koeler : de Saar of Ruwer. In de kleine Ruwer vallei vind je de schitterende zuidelijke hellingen van de Abtsberg, Herrenberg en Bruderberg waar al meer dan 1000 jaar Riesling verbouwd wordt . De abdij Sankt Maximin selecteerde de beste stukken voor de tafel van de abt (Abtsberg) en de koormeesters of Chorherren (Herrenberg) en de rest ging naar de gewone broeders (Bruderberg).   De Grosse Lage (Grand Cru) Abtsberg is zonder overdrijven één van de allerbeste Riesling terroirs van Duitsland (en bij uitbreiding van de wereld). Voor de Grosses Gewächs (GG) kiest men de beste stukken met oude wijnstokken. Hoe je zoveel intensiteit kunt krijgen in een wijn van slechts 12% vol. grenst aan het onwaarschijnlijke. En hoe die intensiteit zo zwevend lichtvoetig gedragen wordt is een klein mirakel !

Malterer 2012, Weingut Huber (31 €)

Moet Huber nog voorgesteld worden ? In alle Duitse wijngidsen de hoogste bekroning, in elk Duits Michelin restaurant dat zich een beetje respecteert op de wijnkaart. Julian Huber zet het levenswerk van zijn te vroeg overleden vader Bernhard met brio verder. Deze keer kiezen we niet voor de befaamde Spätburgunder (Pinot Noir) of de unieke Chardonnay wijnen maar de zeldzaamste en meest originele wijn van het domein : de Malterer. Een wijn die prachtig kan verouderen en we bieden nu een 2012 aan die je zelfs in Duitsland met een vergrootglas moet zoeken.

Spontaan denken we bij Duitse witte wijn aan de Riesling druif. Maar ook alle andere witte druiven die we bij ons vooral uit de Elzas kennen kun je daar vinden : Pinot Blanc (Weisser Burgunder), Pinot Gris (Grauer Burgunder), Sylvaner (Silvaner), Gewürztraminer, Muscat (Muskateller). En natuurlijk ontbreken ook de internationale supersterren Chardonnay en Sauvignon niet. Maar dan zien we vaak ook minder bekende druiven opduiken met Duits klinkende namen zoals Müller-Thurgau, Kerner, Scheurebe, Huxelrebe, Siegerrebe, Rieslaner, … Dat zijn kruisingen tussen twee bestaande druivensoorten die door Duitse onderzoekers werden ontwikkeld om de voordelen van de beide druiven te combineren. In veel gevallen was het doel kwaliteit met kwantiteit te combineren. Of om bvb het rijpingsproces van de druif wat te versnellen (niet oninteressant in een koel klimaat) door een laatrijpende druif als Riesling te kruisen met een vroeger rijpende druif (bvb Silvaner). Of om ‘suikerfabriekjes’ te kweken die toelaten om gemakkelijk duurdere Auslese, Beerenauslese of Trockenbeerenauslese te produceren zonder echt druifje per druifje te moeten plukken. Mooi op papier maar de natuur laat zich niet zo gemakkelijk manipuleren. Kwaliteit en kwantiteit verhouden zich in de wijnwereld als water en vuur en de banaliteit van bvb de meeste Müller-Thurgau (Rivaner in Luxemburg) wijnen getuigt hier van. Huxelrebe, Optima en Ortega produceren maximaal suiker maar de elegantie en complexiteit ontbreekt meestal om van echt boeiende zoete wijn te kunnen spreken. De zeldzame kwalitatieve kruisingen zoals Scheurebe en Rieslaner blinken uit op uitstekende terroirs waar je ook Riesling zal vinden en vragen evenveel aandacht, kleine opbrengsten en selectie. Bij de betere wijnbouwers verdwijnen deze kruisingen dan ook geleidelijk aan. Ze worden niet meer heraangeplant of ze worden vervangen. Bij enkelen probeert men om creatief om te gaan met die erfenis uit het verleden. Zo heeft de familie Huber een 40 jaar oude wijngaard beplant met een lokaal ontwikkelde kruising : de Freisamer druif. De stad Freiburg en de rivier de Dreisam die er door loopt gaf de naam aan deze kruising tussen Silvaner en Pinot Gris.   In héél Baden staat er nog met moeite 4 hectaren van deze druif die ook in heel beperkt mate in Zwitserland voorkomt. Bij Huber staat de druif op een mooie ‘Muschelkalk’ terroir en Bernhard Huber besloot er iets moois van te maken. De combinatie met uitstekende Weisser Burgunder (Pinot Blanc) gaf het beste resultaat en een Bourgondische vinificatie (gisting en veroudering op eiken vaten/ 30% nieuw) zorgt voor een rijke textuur en een grote aromatische complexiteit. Uniek !

Champagne Les Crayères Grand Cru Ambonnay, Eric Rodez (42 €)

In de Champagne streek is al een tijdje een ware revolutie aan de gang onder de kleine domeinen, de zogenaamde ‘récoltant-manipulant’ wijnbouwers die van eigen wijngaarden Champagne maken. In navolging van een aantal pioniers zoals Anselme Selosse kwam men tot het besef dat een grote Champagne net zoals een grote wijn op de eerste plaats in de wijngaard ontstaat. Bij de grote huizen lag het accent heel lang op de ‘savoir-faire’ in de kelder : een complexe assemblage maken (verschillende druivensoorten, verschillende crus, verschillende jaren) en dan voldoende lang ‘sur lattes’ bewaren (na de hergisting op fles de Champagne lang in contact laten met de droesem om een grotere rijkheid en diepte te bekomen). Natuurlijk was ook voor de grote huizen de terroir altijd van belang maar eerder in de zin van : laat ons de beste crus kiezen (Grand Cru en Premier Cru) want daar komen sowieso de beste wijnen vandaan. Alleen haal je met de kwantitatieve wijnbouw (zo hoog mogelijke rendementen, met de wettelijke maxima als MINIMAAL objectief) maar een fractie binnen van het potentieel van een mooie terroir . Het besef dat een respectvolle behandeling van de wijngaard (duurzaam, biologisch, biodynamisch) en het beperken van de opbrengsten voor betere druiven zorgt dringt eindelijk door tot de geest van enkele wijnmakers. Ook in de kelder inspireert men zich op de beste kleine domeinen uit Bourgogne met technieken zoals gisting en veroudering op eiken vaten (maar met weinig of géén nieuwe eik). En om de link met een goede WIJN nog te benadrukken zien we meer en meer Champagnes van één jaargang (al of niet vermeld op het etiket), van één specifieke wijngaard en met minder en minder dosage (toevoeging van suikersiroop na de ‘dégorgement’ om de Champagne bvb op ‘Brut’ niveau te brengen). Allemaal wenselijke en bewonderenswaardige evoluties maar is een uitstekende Champagne dan niet meer dan een prima wijn met wat bubbels ? Hoe slagen huizen als Bollinger of Krug er toch in om héél bijzondere Champagnes te maken met goede maar géén uitzonderlijke wijnen als basis. De opvoeding van de wijn op eiken vaten speelt zeker een grote rol maar dat doen veel van de beste kleine domeinen nu ook. Nee, het geheime wapen schuilt grotendeels in het hoge percentage van zogenaamde ‘vins de réserve’. Dat zijn goede wijnen van vorige jaren die op inox worden bewaard en zachtjes aan een gerijpte smaak ontwikkelen. Of zoals bij Bollinger zelfs een gedeelte licht gechampagniseerde (quart de mousse) wijn op magnums om jaren later een belegen toets toe te voegen aan een assemblage. Door een ingenieuze blend te maken van verschillende druivensoorten (kan ook één druif zijn) en verschillende crus maar vooral véél verschillende jaren kan de keldermeester een enorme complexiteit opbouwen.

Wat als we nu het beste van de kleine domeinen ( prachtige terroir, schitterende viticultuur) zouden kunnen combineren met het beste van de grote huizen ( savoir-faire in de kelder en véél ‘réserve’ wijnen). Die uitzonderlijke combinatie vonden we bij Eric Rodez in het dorpje Ambonnay (één van de allerbeste Grand Cru dorpen in de Champagne streek) . De 6 hectaren wijngaarden in Ambonnay worden met de grootste zorg biodynamisch verbouwd en de intense, rijke stijl die de wijnen van dit dorp kenmerkt krijgt zo een ongekende diepte. Maar dankzij zijn werkervaring bij Krug kent Eric Rodez ook alle kneepjes van het vak in de kelder om met die prachtige druiven nog iets veel mooiers te maken. In de ‘Cuvée des Crayères’ gaat het om een assemblage van 60% Pinot Noir en 40% Chardonnay. Daar waar de meeste kleine domeinen met moeite 25 % van het vorig jaar toevoegen om de verschillen tussen de jaren wat op te vangen, werkt Eric hier met 50% réserve wijnen van 4 à 5 verschillende jaren. Ongeveer 25% van het totale volume gaat op kleine eiken vaten. Een meesterlijke assemblage die met een bescheiden dosage van 4 g/l (niet teveel, niet te weinig) een quasi perfect evenwicht vertoont tussen rijkheid en frisheid. Er zijn genoeg goede bubbels op de markt die, voor een fractie van de prijs, evenveel plezier geven als een glas banale Champagne. Als u toch Champagne koopt laat het dan top zijn. Onthoud de naam Eric Rodez : elk glas een feest !

 

Schrijf u in op onze nieuwsbrief