17 november 2022

Sancerre Rouge Oriane 2018, Gérard Boulay

Als we aan topklasse Pinot Noir uit Frankrijk denken gaat de aandacht natuurlijk direct naar Bourgogne.  Wie openstaat voor nieuwe ontdekkingen kan ook eens gaan grasduinen in twee andere streken :  Elzas en Loire.  Een koel klimaat is belangrijk voor Pinot Noir.  Vroeger was het soms net ietsje te koel in de Elzas en de Loire om Pinot Noir echt mooi rijp te krijgen. Maar de global warming heeft natuurlijk alles veranderd en de Pinot Noir druiven worden (net als in Duitsland) moeiteloos volrijp (13-14 % vol.) op de zuidelijke hellingen van zowel Elzas als Loire.  Pinot Noir van topkwaliteit veronderstelt ook een uitstekende terroir en dan denken we vooral aan kalk.  Uit Duitsland weten we dat je naast kalk ook op bvb vulkanische bodem (Kaiserstuhl regio in Baden) of leisteen (Ahr) prachtige wijnen kunt maken.  Dat schept mogelijkheden voor de heel diverse terroirs in de Elzas maar toch moeten we toegeven dat ook daar de beste resultaten meestal op kalkachtige bodems bereikt worden.  Pinot Noir op kalk in een koel klimaat : beter wordt het niet.

In zowel Elzas als Loire opteerde men vroeger vaak voor een lichte stijl (in kleur en smaak), ideaal om koel te drinken in de zomer.  Hoewel dat type nog niet helemaal verdwenen is kiezen bevlogen wijnmakers in beide streken eerder voor een Bourgondisch model.  Mooie terroirs, kwalitatief plantmateriaal (kleine trosjes), weinig opbrengsten, veroudering op eiken vaten.  Steeds meer hoor je dan ook het ultieme compliment voor de Pinot producent :  “deze wijn mag gerust tussen een reeks uitstekende Bourgognes staan".  Zelf vinden we het nog beter als de wijnen Bourgondische finesse tonen maar geen kopie zijn van Bourgogne.  Want dan kun je eigenlijk evengoed Bourgogne kopen.  Voor het prijsverschil moet je het niet echt doen want topexemplaren van Pinot Noir, vanwaar ze ook komen ter wereld, zullen nooit goedkoop zijn.

De beste Pinots uit de Loire komen momenteel uit Sancerre.  Een handjevol wijnbouwers met een grote liefde en passie voor Pinot Noir verleggen de grenzen van wat tot nu toe mogelijk werd geacht.  Een serie warme jaren gaf hen het materiaal om een complete, geconcentreerde Pinot te maken. Met tegelijk ook meer finesse, meer precisie, meer complexiteit. Een prachtig voorbeeld daarvan is de Sancerre Oriane van Gérard Boulay.  Het helpt natuurlijk als je twee wijngaarden bezit in het dorpje Chavignol die als sinds de middeleeuwen bekend zijn voor hun rode wijnen.  Rechtover de befaamde Clos de Beaujeu helling ligt de Coteau des Cheneaux, ook een prachtige Kimméridgien kalk terroir.  De monniken, die zoals altijd wisten waar het goed was, cultiveerden daar hun Pinot Noir druiven.  Een andere iconische plek in Chavignol is de befaamde Côte des Monts Damnés.  Hier staat natuurlijk vooral Sauvignon op de Kimméridgien kalk maar de ‘lieu-dit’ Graveron is een Pinot paradijs binnen de ‘vervloekte berg’ (je zou voor minder vloeken als je op deze steile helling moet werken).

Gérard Boulay inspireert zich op de Bourgognes van wijlen Henri Jayer en kiest voor streng geselecteerde volrijpe (13.5 % vol) druiven, volledig ontsteeld, superzachte extractie (infusie) en veroudering op nieuwere vaten (50% nieuwe eik maar daar voel je niets van). Bourgondische finesse en complexiteit maar het unieke van deze cuvée Oriane is absoluut dat het toch anders proeft dan een Bourgogne.  Dat verschil zit in de bodem :  de zachte kalk (les marnes tendres du Kimméridgien), met veel fossielen van kleine oestertjes,  die we kennen van de beste terroirs in Chablis, zorgt voor een meer uitgesproken mineraliteit.  Een soort rode Chablis Grand Cru als je wil :  fijn, fris, mineraal, indringend maar tegelijk ook diep, intens, complex en lang. Een betoverende expressie van een magische druif !

Schrijf u in op onze nieuwsbrief